Woning en atelier Bellefleur

Een oud industriële pand in de Bellefleurstraat blijft atelier op het gelijkvloers en wordt de werkplaats van een beeldend kunstenaar. Op de driehoekige koer achterin bevindt zich tevens een klein, vervallen en atypisch woninkje dat grenst aan het atelier. Dit kleine gebouwtje, samen met de verdieping boven het atelier, wordt de woonst van het gezin van de kunstenaar. Er is behoefte aan groen en meer buitenruimte. Daarom wordt een royale patio uit de eerste verdieping gesneden, met een langse passage achter de oude gevel die leidt naar een trapje naar het dak. De leefruimte oriënteert zich rond de buitenruimte. De oude achtergevel blijft behouden en biedt privacy ten opzichte van het nabijgelegen binnengebied. De nieuwe binnengevels van de patio worden bekleed met olijfgrijze tegeltjes en grote schuifraampartijen, waardoor binnen- en buitenruimte met elkaar verweven worden.

Troeven

De charmes van het oude pand worden erkend en bestendigd. De ingrepen zijn eenvoudig, maar creëren een nieuw soort ruimte tussen binnen en buiten, dankzij de oude buitengevels. Deze gevels beschutten de patio en voegen een zuiderse warmte toe met hun baksteenroze kleur. De familie die hier woont, heeft groene vingers en verandert het terras met een collectie planten in een kleine oase. Een eenvoudige rechthoek wordt centraal tussen de ruimtes boven het atelier uitgesneden. Belangrijker dan het open midden is de passage die verder slingert langs de gevel en als een geheim pad omhoog klimt tussen de woonst en de oude gevel. Het klimmen naar het dak, net als in een woestijndorp, maakt van wonen op de verdieping een wereld op zichzelf die verder reikt dan de doorzon van voor naar achteren.